Waar een computer niet zonder software kan, kan een printer niet zonder papier. Maar niet elke printer heeft dezelfde eigenschappen en niet elk papier is hetzelfde. Welk papier heeft jouw printer nodig om de beste afdrukken te maken?
Printers heb je in allerlei vormen en maten. Waar de een alleen kan printen, kan de ander ook scannen en kopiëren. Sommige stop je gemakkelijk weg in een kast, terwijl een ander model zo zwaar is als een kast. De ene printer heeft een draadloze wifi verbinding en de andere printer blinkt uit in zijn snelheid. Het aanbod aan printers is groot en op het eerste gezicht lijken veel printers op elkaar. Maar laten we het makkelijk maken. De meeste printers vallen onder te verdelen in inkjet printers of laserprinters. Beide printers kunnen in feite hetzelfde, maar er zit een groot verschil tussen inkjet- en lasertechnologie. De printers drukken op een andere wijze af. Welk kopieerpapier heb je bij welk type printer nodig om het beste resultaat te krijgen? Om die vraag te kunnen beantwoorden, dienen we eerst te behandelen wat het verschil is tussen een inkjet printer en een laserprinter.
Kenmerken van een inkjetprinter
Zie je bij iemand thuis een printer staan, dan is het negen van de tien keer een inkjet printer. Deze printers zijn over het algemeen het goedkoopst in aanschaf, klein en licht. Dit maakt ze handig in thuissituaties of bij kleine bedrijven. Een inkjet printer spuit minuscule druppeltjes vloeibare inkt, middels een printkop met gaatjes, vanuit de inktcartridges op het blad. Elektrische schokjes zorgen ervoor dat de inktcartridge op het juiste moment een druppel inkt laat vallen. De inkt is nog wat nat als de afdruk klaar is en de inkt is niet watervast.
De inktcartridges van inkjet printers bestaan uit de basiskleuren zwart, cyaan, magenta en geel. Echter, er bestaan ook printers met ruimte voor meerdere cartridges. Hierdoor is een inkjet printer in staat een kwalitatief goede kleurweergave te maken. Door de druktechniek moet een inkjetmodel qua snelheid over het algemeen onderdoen voor een laserprinter. Maar struikel hier niet direct over, want prestaties van individuele modellen lopen sterk uiteen.
Kenmerken van een laserprinter
In tegenstelling tot een inkjet printer maakt een laserprinter geen gebruik van vloeibare inkt, maar van toner. Toner is een soort kleurenpoeder. Een document wordt door middel van een laser geprojecteerd op de afbeeldingsdrum. De toner blijft plakken op de plekken die verlicht worden door de laser. Op de andere gedeelten wordt de toner niet overgebracht op de drum. Vervolgens rolt de drum over het blad en smelt het tonerpoeder door de warmte in de vezels van het papier.
Het eindresultaat? Een vochtbestendige bedrukking, die stevig op het papier is vastgezet en direct droog uit de printer rolt. Laserprinters hebben over het algemeen een hoge printsnelheid. Bij de meeste modellen duurt een printje in zwart-wit maar 2,4 seconde. Hierdoor zie je deze printers in veel zakelijke omgevingen staan.
Het juiste papier
Wat het beste papier is, is voor elke printer anders. Het hangt af van het formaat, de dikte en de afwerking. Zoals eerder al verteld, is de afdruk van een laserprinter direct droog na het printen. Papier dat geschikt is voor een laserprinter heeft daarom een extra hoge witheid, zwaarte én gladheid. Het zorgt ervoor dat de afdrukken in kleur het beste tot hun recht komen. De afdrukken van een inkjet printer zijn niet direct droog, daarom heb je papier nodig die het uitlopen van de inkt voorkomt. Papier met een dunne coating of toplaag is hiervoor geschikt. Door de coating droogt de inkt op het papier niet alleen sneller op, ook voorkomt het dat de inkt uitloopt. Papier bestemd voor inkjet printers vermindert dus de kans op vlekken. Daarnaast is het ideaal om afbeeldingen in hoge kwaliteit op af te drukken. Laserprinters kunnen overweg met meer verschillende soorten papier dan inkjet printers. Fotopapier is daar een uitzondering op. Fotopapier voor laserprinters moet namelijk een behoorlijke hoeveelheid warmte kunnen weerstaan. Daarnaast fuseert op gewoon fotopapier de toner niet met het papier, waardoor afbeeldingen gemakkelijk weg te vegen zijn. De toner komt vervolgens op de rollen die het papier door de laserprinter geleiden. Met als gevolg dat de rollen nog een lange tijd strepen achterlaten op andere afdrukken. Je hebt daarom speciaal fotopapier voor laserprinters nodig. Inkjet printers werken daarentegen juist weer goed in combinatie met verschillende soorten fotopapier, zowel mat als glanzend. In het papierformaat zijn beide printers hetzelfde. Zowel voor inkjet- als voor laserprinters zijn de standaardformaten A4 en A3.
Als je een zo goed mogelijk afdrukresultaat wil hebben is het dus aan te raden om papier te gebruiken dat speciaal ontwikkeld is voor het type printer dat je gebruikt. Papier voor een inkjet printer vraagt om een coating die ervoor zorgt dat de inkt sneller opdroogt en niet uitloopt. Gebruik je inkjet papier in een laserprinter, dan is het mogelijk dat het papier de warmte niet aankan en de coating smelt. Het gevolg? Een slecht afdrukresultaat. Het antwoord op de vraag ‘moet je ander papier gebruiken bij een laserprinter of inkjet printer?’ luidt: als je een mooi afdrukresultaat wil, is het aan te raden een weloverwogen keuze te maken in het papiersoort dat je koopt en geschikt is voor jouw printer.
